levensvisie
naar eerste pagina
English

Ik wil graag mijn visie over het leven met meer mensen delen.


foto van een atalanta op Leonoor's hand atalanta op mijn hand in onze tuin op 13 augustus 2011. Ik zie vlinders steeds meer als een boodschapper van overledenen, een verbinding met een andere wereld.



Ik zie een heel andere wereld voor me, waarin samenwerken en groei de essentie is. Elke keer als ik op straat loop en zie hoe wij allemaal in aparte huizen wonen, ben ik weer verbaasd hoe gescheiden wij leven. Iedereen gaat naar school of werk, komt thuis en gaat de volgende dag weer naar school of werk. Dan heb je weekend of vakantie. Sommige mensen hebben minder werk of geen werk. Daarnaast heb je je sociale contacten, het uitgaansleven of andere activiteiten. We gaan naar winkels en kopen ons eten en alles wat we nodig hebben en dat is het.

Ik geloof niet meer dat het gezin, de school, opleidingen, werk vormen zijn die voldoen. Het gezin is te klein, de school te groot, het werk te druk en niet gericht op zingeving en sociaal met elkaar omgaan en bewust leven.

De werelden van alle gezinsleden zijn al heel snel gescheiden. Kinderen gaan vaak naar de kinderopvang en daarna naar school, broertjes en/of zusjes in een aparte klas. Eén van de ouders of allebei gaan naar hun werk. 's Avonds kom je bij elkaar en dan is er nog maar weinig tijd voor contact en praten met elkaar. Ouders weten niet wat de kinderen hebben meegemaakt en kinderen kunnen het vaak niet vertellen. En als onze ouders oud worden kunnen we niet meer voor hen zorgen.

Omdat iedereen ook nog in aparte huizen woont, delen we niet de vragen en de problemen die we tegen komen met elkaar. Daarmee gaat er veel kennis en ervaring verloren, die ons juist zouden kunnen helpen om beter met elkaar om te gaan.

Het wordt meestal niet als postief gezien dat je problemen of moeilijkheden hebt. Zo leren we ook niet om te praten over waar je tegenaan loopt. De drempel om te praten en elkaar te vertrouwen is heel hoog. Ik denk dat het heel erg de moeite waard is om te zoeken hoe we willen leven. Wat wil je, wat willen we echt (op school) leren. Wat zou je in dit leven willen doen en hoe zou je met de mensen om je heen om willen gaan.


Ik denk dat het vooral gaat over de kwaliteit en inhoud van contact.
Voor mij voelt het contact goed als:


Ik zinvolle gesprekken heb, ideeën kan uitwisselen en met die ideeën iets kan doen.
Ik kan delen waar ik wel en waar ik niet blij mee ben in mij leven.
Ik het gevoel heb dat we liefdevol kunnen zijn naar elkaar en iedereen kan praten vanuit zijn/haar hart.
Er langzame positieve veranderingen zijn.



Ik zou willen dat we menselijk in plaats van medisch kijken als we problemen hebben met gedrag of ziekte. Nu zoeken we veel hulp bij de artsen of hulpverleners. We slikken heel makkelijk medicijnen, zonder het echte probleem op te lossen. Ik denk dat we veel meer zelf kunnen en dat het zelfgenezend vermogen van ons lichaam veel groter is dan wij denken.

Maar tegelijkertijd denk ik dat we onderschatten hoe moeilijk het is om eerlijk te zijn naar jezelf en naar anderen. Hoe moeilijk het is om te zeggen dat je iets niet fijn vindt, zonder het gevoel te krijgen dat je lastig bent of daarmee iemand afwijst. We praten nauwelijks over moeilijkheden en we ervaren dus zelden dat praten nodig is om problemen op te lossen en verder te komen.

Als een kind onrustig is of geen vertrouwen heeft, problemen heeft met contact of met leren, heeft het ADHD of is het autistisch of dyslectisch. Als iemand oud wordt, is hij of zij dement. Als je de t van dement vervangt door een s staat er de mens en zijn we weer waar we zouden moeten zijn. Ik geloof niet dat labeling goed is, want dan is de boodschap dat je niet goed bent. Ik denk dat we moeten proberen om zonder die termen te praten over wat je voelt of ervaart met/bij iemand.

Een kind dat ADHD zou hebben, krijgt zelfs medicijnen. We vragen ons niet eens af of we zelf wel rustig zijn en gaan niet zoeken wat er nodig is om samen rust te ervaren. Dat geldt ook voor geen vetrouwen hebben, niet praten, geen contact maken, onzeker, gespannen of vergeetachtig zijn.

We durven nauwelijks met elkaar te praten over wat we niet fijn vinden, te bang dat er ruzie komt of dat het contact stopt. Als we ons zouden realiseren dat we moeilijkheden vaak niet durven aan te gaan, zouden we misschien gaan beseffen dat praten en communiceren met elkaar essentieel is en dat je dat nooit genoeg kan doen, net als dingen met aandacht doen.

Ik denk dat we eraan toe zijn om met bewustwording en bewust leven bezig te zijn. We vinden biologisch voedsel en duurzame energie steeds belangrijker, maar we vervuilen onszelf ondertussen met steeds meer medicijngebruik. Als we ernstig ziek worden, hebben we in mijn ogen alleen maar heel wrede manieren van genezing, zware medicijnen, opereren, bestralen, chemokuren. Ik vind het afschuwelijk en onverdraaglijk dat we zo met ziekte omgaan.
Als we bewust zouden leven en met elkaar gaan praten over wat we met ons leven zouden willen, wat sociaal is, waar iedereen beter van wordt, voorkomen we denk ik veel ziektes. Als we minder medisch zouden denken en meer menselijk, is ziekte misschien wel een genezingsproces.

Geld verdienen zou niet de drijfveer moeten zijn voor een baan, maar zingeving, sociaal bewustzijn. Dan zouden werk, school, opleidingen sociale bezigheden zijn. Nu drijven we elkaar op om steeds harder te werken. De huizen zijn in 20 jaar zes keer zo duur geworden. We putten onszelf uit door steeds harder te werken en minder gelukkig te worden.

Kinderen gaan steeds vroeger roken en drinken en komen steeds eerder in aanraking met seksualiteit. Veel tv programma's en computerspelletjes gaan over (wed)strijd, vechten, oorlog, leegte. Sport is vaak ook gericht op competitie, willen winnen. En ook muziek is vaak gericht op presteren, de beste willen zijn, concoursen gaan ook over winnen, wedstrijd, concurreren (strijd) en concert betkent ook (letterlijk) wedijveren.

Muziek zou dienend moeten zijn en ervoor zorgen dat mensen die spelen, luisteren of meedoen zich betrokken voelen bij elkaar. Dienstbaarheid, bescheidenheid, geduld, liefde daar wordt nauwelijks over gepraat thuis, op school, of werk. In de kerk werd/wordt er wel over gesproken, maar ik miste/mis de toepassing ervan in contacten, thuis, met vrienden, op school, op het werk.

Ik denk dat kinderen heel goed in staat zijn om aan te geven wat ze wel of niet fijn vinden, maar dan moeten we daar als volwassenen wel naar willen luisteren. Kinderen hebben een open blik, kunnen spontaan zijn en volwassenen veel teruggeven. Kinderen kunnen heel anders aankijken, tegen wat wij al als normaal hebben geaccepteerd en ons helpen om er weer vraagtekens bij te zetten.

In de wereld die ik voor me zie, werken volwassenen en kinderen samen.

Wat ik op school leerde heeft mij niet geraakt, cijfers en examens zorgen voor externe motivatie en niet voor motivatie van binnenuit. Ik wilde wel leren rekenen, lezen en schrijven, maar alles wat erbij kwam vond ik niet interessant. Ik heb nooit iets kunnen zeggen vanuit mijn hart en ik heb nooit een volwassene uit zijn of haar hart horen praten.

Ik heb het heel erg gemist om vrij te kunnen praten over hoe je je voelt en wat je echt vindt over alles wat je meemaakt en wat je vindt of denkt over je ouders, je broer(s), je zus(sen) en alle mensen die je ontmoet, de school, het werk. Het is belangrijk om vrijuit te kunnen praten, zonder het gevoel te krijgen dat je lastig bent.

Het lijkt me belangrijk dat je praat over wat je met je leven wilt om daar dan ook aan te kunnen werken. Ik heb heel lang gezocht naar inhoud van mijn leven. Ik vond het nergens. Ik kon niet begrijpen dat wat ik zocht niet te vinden leek. Ik wilde op een dieper niveau met elkaar praten, nadenken over alles. Ik wilde erover praten en bespreekbaar maken hoe je met elkaar omgaat, maar ik hoorde nergens een gesprek wat daarover ging of mij echt raakte.

In mijn leven is de essentiële verandering geweest, dat ik ben gaan praten over wat ik voel in contacten. Het verbaast mij hoe weinig we gewend zijn om open met elkaar te praten. We zijn niet geneigd om te zoeken naar nieuwe wegen. Praten over wat je niet fijn vindt, is in mijn ogen heel belangrijk. In alles wat je als niet prettig ervaart, ligt de oplossing al besloten.

Als je er last van hebt van lawaai, wil je rust. Als je vindt dat mensen oppervlakkig praten, weet je dat je diepgang zoekt. Als je er last van hebt dat je niet over gevoelens kan praten, dan wil je dus over je gevoel praten. Dat is het begin van iedere verandering.

Als je het met elkaar eens bent hoe je gedrag ervaart, dan kun je daaraan gaan werken om
negatief gedrag te veranderen in positief gedrag.


Als we als negatief gedrag zien:

roken
drinken
schadelijke stoffen gebruiken
ongezond voedsel

maar ook:

zwijgen
mensen buitensluiten, ik óf jij
isolement, eenzaamheid, gescheiden zijn
er alleen voor staan
onafhankelijk willen zijn
verveling, leegte
oppervlakkigheid
spanning
oorlog
drukte en lawaai
elkaar niets gunnen
elkaar negeren
onverschilligheid

Dan weten we dat we als positief zien:

niet roken
niet drinken
geen schadelijke stoffen gebruiken
gezond eten

en vooral:

praten, problemen uitpraten
in gesprek blijven, juist als je van mening verschilt
samen zijn, verbindingen maken, ik én jij
samenwerken, verantwoordelijkheid delen
beseffen dat je elkaar nodig hebt
zinvol bezig zijn
naar diepgang zoeken
ontspanning
vrede
rust en stilte
elkaar stimuleren
naar elkaar luisteren, elkaar serieus nemen
met elkaar meeleven en meevoelen


Als we meer in grotere leefgemeenschappen zouden leven, zouden we elkaar kunnen gaan helpen om met elkaar samen te werken en samen te leven. Ouders, of andere volwassenen kunnen kinderen leren lezen, schrijven en rekenen. Volwassenen en kinderen kunnen ook weer van elkaar leren. Oude(re) mensen kunnen hun levenservaringen vertellen en doorgeven aan jonge mensen. Er zal veel minder eenzaamheid zijn. Het is belangrijk en leuk om na te denken over nieuwe vormen van kennis doorgeven en ervaringen delen.

Iets doen waar je hart naar uit gaat en dat je als zinvol en sociaal ervaart, is in mijn ogen essentieel om je gelukkig te voelen. Praten met elkaar over wat je als belangrijk ervaart in je leven geeft richting om iets zinvols met je leven te doen. In kleine gemeenschappen, zou je kennis en ervaringen delen en uitwisselen. Door ervaringen te verwoorden, krijg je afstand tot situaties en tot jezelf, zo ontwikkel je bewustzijn en kunnen we van onze ervaringen leren en naar verbeteringen zoeken.

Weinig mensen praten serieus en openlijk met elkaar, ook niet over seksualiteit. Seksualiteit ligt op straat, maar tegelijkertijd praten we er nauwelijks over en blijft veel van wat er gebeurt verborgen. Het is belangrijk om te kunnen zeggen wat je wel en niet fijn vindt. Als het contact met iemand niet goed voelt, dan voelt het seksuele contact natuurlijk ook niet goed. Je bent gewoon dezelfde persoon. Nu wordt seks veel als lust gezien, wat het (seksuele) contact niet ten goede komt. Als je daar niet aan mee wilt doen, moet je sterk in je schoenen staan.

Jongeren komen steeds eerder met seksualiteit in aanraking. Meisjes en vrouwen slikken (heel makkelijk) de pil om niet zwanger te raken. Als je de pil slikt voel je geen verbinding meer met jezelf en al helemaal niet met een nieuw leven. Je bent ook minder geneigd om voorzichtig met jezelf om te gaan en je gaat makkelijker over grenzen. Ik kan me eigenlijk niet voorstellen dat je, als je van jezelf en van kinderen houdt, de pil gaat slikken.


Seksualiteit heeft nauwelijks meer iets te maken met vertrouwen opbouwen en je verantwoordelijk voor elkaar voelen.


Ik vind het erg dat we dat allemaal maar doen en dat ouders en artsen het ook normaal lijken te vinden, zonder na te denken of te praten over de gevolgen voor je lichaam en je persoon en je levenshouding. Misschien zijn er daardoor wel zo schrikbarend veel vrouwen met baarmoederhalskanker en eierstokkanker. Ik hoor niemand daarover praten. Jongens en mannen doen ook maar of het allemaal normaal is.

We hebben afspraken en normen over: geluid, voedsel, snelheid in het verkeer, ziektekosten, verzekeringen, onderwijs, hoeveel minuten je erover mag doen om iemand te wassen en aan te kleden, hoe lang iemand muziekles krijgt. We beoordelen elkaar over van alles, je moet presteren, liefst hoge cijfers halen. Hoe we sociaal met elkaar omgaan, of we gelukkig zijn, hoe en wat we echt voelen, daar lijkt geen norm over te zijn, daar zijn we nauwelijks mee bezig. Als je elkaar niet aardig vindt, hoe kan je dat veranderen, daar wordt niet over gepraat. We zeggen heel makkelijk: We liggen elkaar niet, zo ben ik nu eenmaal of zo is de ander. Liefde, met elkaar meeleven, elkaar aardig vinden, daar zou je elke dag mee bezig kunnen zijn, zodat je voelt dat je leven zinvol is.

Er zijn mensen die genezen zonder medicijnen of nare medische behandelingen en er zijn mensen die door moeilijkheden heen komen. Daar kunnen we van leren en daar zou de wetenschap zich meer op moeten richten. Iedereen wil toch op een natuurlijke manier genezen, geboren worden, leven en doodgaan.

Door het samenwonen heb ik de kans gekregen om mijn ideeën te verwoorden over hoe ik het leven zie en hoe ik zou willen dat we met elkaar omgaan. Doordat ik Marthe, Erik en Jeannette mee kan nemen in het zoeken naar een bewuste manier van leven en met elkaar omgaan, krijgen we allevier een kans om veel te leren en verder te komen. Ik ben daar dankbaar voor.

Leonoor