Ik heb het liedje Mieke hou je vast vierstemmig gemaakt met de melodie in de tweede stem, een stem boven de melodie, een stem onder de melodie en een lage bas eronder. Ik wil de intervallen benoemen aan de hand van deze vierstemmige zetting, om zo de theorie concreet te maken. ----------------Mieke hou je vast --------------------vierstemmig
In de bovenste partij, de 1e stem, staan in de derde maat achter de tweede en derde kwartnoot, twee groene noten (twee c's). In plaats van bes bes bes bes, kun je de tweede keer (de herhaling) bes c c bes zingen of spelen. Hieronder heb ik de notennamen van de vier stemmen opgeschreven. De herhaling heb ik ook opgeschreven, omdat er een paar noten anders zijn. In totaal zijn er acht maten. Ik heb de eerste tel van de maat steeds aangegeven met een rode letter, er zijn dus acht rode noten. Ik heb verschil gemaakt tussen de kwartnoten (korte noten) en de halve noten (lange noten) door na de halve noten ruimte te laten. de vier stemmen in dit liedje hebben een bereik van twee octaven: - het ééngestreept octaaf, dat de hoge tonen bevat tussen c' (c ééngestreept octaaf) en c'' (c tweegestreept octaaf). - het klein octaaf, dat de lage tonen bevat tussen c (klein octaaf) tot c' (c ééngestreept octaaf). Met één aanhalingsteken achter de noten wordt het ééngestreept octaaf aangeduid. Met twee aanhalingstekens achter de noten wordt het tweegestreept octaaf aangeduid. Met kleine letters wordt het klein octaaf aangeduid. De 1e, 2e en 3e stem spelen en zingen in het bereik van het ééngestreept octaaf. De 4e stem, de lage tonen van de baspartij worden gespeeld of gezongen in het bereik van het klein octaaf. de eerste keer (4 maten):
de tweede keer (4 maten):
Ik benoem horizontaal en verticaal de intervallen: - horizontaal, de tonen die in elke stem na elkaar gezongen of gespeeld worden. - verticaal, de samenklanken van de stemmen samen. De eerste tel van iedere maat wordt hier aangegeven met een streep onder de noot. horizontaal: 1e stem (2 maten per regel):
2e stem:
3e stem:
4e stem:
verticaal: De eerste tel van iedere maat wordt hier weer aangegeven met een streep onder de noot. 1e en 2e stem: de eerste keer (4 maten):
de tweede keer (4 maten):
Bij de intervallen wordt de laagste toon als eerste genoemd, dat zijn in dit geval steeds de tonen van de 2e stem. De intervallen tussen de 1e en de 2e stem zijn:
2e en 3e stem: de eerste keer (4 maten):
de tweede keer (4 maten):
Bij de intervallen wordt de laagste toon als eerste genoemd, dat zijn in dit geval steeds de tonen van de 3e stem. De intervallen tussen de 2e en de 3e stem zijn:
3e en 4e stem: de eerste keer (4 maten):
de tweede keer (4 maten):
Bij de intervallen wordt de laagste toon als eerste genoemd, dat zijn in dit geval steeds de tonen van de 4e stem. De vierde stem heeft halve en hele noten. Terwijl de bastoon hetzelfde blijft, heeft de derde stem soms nieuwe noten. Het interval tussen de 3e en de 4e stem verandert dus soms tijdens de lange noten van de bas. De intervallen tussen de 3e en de 4e stem zijn:
Een grote decime (decime betekent 10 in het Italiaans) is een rein octaaf + een grote terts. Een reine undecime (undecime betekent 11 in het Italiaans) is een rein octaaf + een reine kwart. Intervallen groter dan een octaaf (8) zijn de none (9), de decime (10), de undecime (11), duodecime (12), tredecime (13), quardecime (14) en quindecime (15). |